Nieuwsbrief Eilandraad Marken oktober 2024

Nieuwsbrief Eilandraad Marken oktober 2024

Marken, 29 oktober 2024
Beste inwoners,
Onze werkgroep Dijkversterking heeft in mei 2024 besloten zichzelf op te heffen naar aanleiding van de voortdurende discussie met Rijkswaterstaat (RWS) over de definitieve uitvoering van de dijk. Belangrijkste breekpunt was de hoogte van de dijk die naar mening van de werkgroep in aanvang te laag wordt aangelegd en het feit dat RWS het definitieve ontwerp niet wenste te heroverwegen. Het logische gevolg van het opheffen van de werkgroep was dat de Gemeente Waterland (GW) haar verantwoordelijk moest nemen om de belangen van de kern Marken te verdedigen en de controlerende rol van de werkgroep over te nemen. Het hierna geplande overleg van RWS met de Gemeenteraad van GW heeft het standpunt van RWS echter niet kunnen wijzigen.

Over de in combinatie met de Dijkversterking aan te brengen extra voorzieningen voor de inwoners van Marken (Mee-koppelkansen) is ook een vragenlijst opgesteld, die de GW na overleg met RWS zal beantwoorden. Het overleg hierover is gepland en over de uitkomsten zullen wij u z.s.m. informeren.

Voor de op maandag 30 september jl. door RWS georganiseerde informatiemarkt over de Dijkversterking Marken hebben wij u een aantal suggesties gedaan voor vragen aan RWS. Velen van u hebben deze vragen gesteld en hopelijk bevredigende antwoorden gekregen. Om alle inwoners een duidelijk beeld te geven van de reactie van RWS, hieronder de beantwoording van RWS van deze vragen. De RWS-presentatie van 30 september is te zien op onze website.

Vragen Eilandraad en beantwoording RWS
1. Waarom hecht RWS zo weinig waarde aan het Projectplan Waterwet dat mede met uw adviseurs is opgesteld, ter inzage heeft gelegen voor zienswijzen en bezwaren, waarna het tot aan de Raad van State toe is vastgesteld?

We volgen te allen tijde het Projectplan Waterwet en het ontwerp van de dijkversterking voldoet aan de randvoorwaarden en uitgangspunten uit dat plan. Dit is eerder dit jaar nogmaals bevestigd door ILT. Het proces met ILT is opgestart door de Eilandraad. De Eilandraad heeft ook vooraf aangegeven zich te conformeren aan de uitspraak.

2. Heeft RWS de aannemer niet gewoon te veel ruimte gegeven en heeft RWS verzuimd dat tijdig bij te sturen waardoor nu vooral de goedkoopste oplossing in plaats van de veiligste leidend is geworden?

Nee. Rijkswaterstaat kiest bij een aanbesteding op basis van de beste prijs–kwaliteitverhouding (BPKV-criteria). De plannen van de inschrijvende bedrijven zijn onder andere beoordeeld op de criteria ‘waterveiligheid’, ‘zettingsbeheersing’, ‘hinderbeperking’, ‘communicatie en samenwerking’ en ‘Milieukosten (MKI-waarde)’. Combinatie Hof op Marken heeft een ontwerp ingediend dat goed gebruikmaakt van de bestaande dijk en heeft daarmee een aantal ontwerp-optimalisaties kunnen doorvoeren. Deze keuze heeft tot gevolg dat de nieuwe dijk buitenwaarts tegen de bestaande dijk wordt aangelegd en het tracé van de oude dijk volgt. Het ontwerp maakt gebruik van de bestaande dijk en is daardoor efficiënt, minder zettingsgevoelig (we bouwen op veen dat deels al is ingeklonken bij de oude dijk) en duurzaam, én hij past bij het karakter van Marken. De risico’s zijn goed geïnventariseerd en van de juiste beheersmaatregelen voorzien, zoals het testen van de zetting met proefvakken, de monitoring van de zetting en beheerste uitvoering door de lange (zetting)periode tussen de ophoogslagen van elk ongeveer 50 cm tijdens de aanleg.

3. Klopt het dat ondanks dat Marken aan hetzelfde water ligt, deze uitvoering voor Marken totaal afwijkt van de rest van de dijkversterking tussen Hoorn en Amsterdam m.b.t. het gebruik van stortsteen en zetsteen en de hoogte van de dijk?

Er is inderdaad sprake van een andere uitvoering: er zijn verschillende manieren om een dijk te bouwen, en de normen waaraan een dijk moet voldoen zijn locatieafhankelijk. De normen voor dijken in Nederland, dus ook voor Marken, worden bepaald door de Waterwet. En ja voor de dijk tussen Hoorn en Amsterdam gelden dus andere wettelijke normen.

4. Klopt het dat afhankelijk van de te verwachte zetting na oplevering door de aannemer met in achtneming van restzetting en autonome bodemdaling er een 10 cm buffer over blijft?

Er zit na 50 jaar nog 10 cm tussen het zetsteen en het stortsteen (dus uiteraard niet tussen waterpeil en kruin!). Stortsteen remt golven af, ook al ligt het stortsteen onder water. De hoogte van de dijk is berekend zodat deze bij een maatgevende storm (die eens in de 100 jaar voorkomt) maximaal 5 l/m/s wateroverslag heeft. De hoogte die daarbij hoort, moet de dijk over 50 jaar (2075) minimaal hebben. Bijvoorbeeld: het laagste dijkvak aan de Westkade heeft een opleverhoogte van NAP +1,55 m Dwarsprofiel 8100: Berekende hoogte voor over 50 jaar (2075) is NAP +1,12 m. Er is bij oplevering dus 0,43 cm. extra hoogte. Gedurende de 50 jaar verdwijnt deze hoogte door restzetting en autonome bodemdaling. In deze berekeningen volgens het geldende model HYDRA NL is voor het bepalen van de hoogte ook een klimaatscenario opgenomen. Ofwel: mogelijke stijgingen van het waterpeil of van de watertoevoer zijn verwerkt.

5. Kan RWS ons het bewijs leveren dat als de hoogste waterstand 10 cm onder de kruin van de dijk staat er minder dan een emmer water per seconde per meter dijk over de dijk slaat bij golven van 75 cm hoog?

Nogmaals: de 10 centimeter die u steeds noemt, betreft NIET de kruin maar de buffer tussen stortsteen en zetsteen. De hoogte van de dijk is berekend met verplichte software van Deltares (Hydra NL). RWS heeft daarna Deltares gevraagd om deze berekeningen te toetsen/checken. Conclusie van Deltares is dat de berekeningen goed zijn uitgevoerd. Dit zijn wel complexe berekeningen, omdat met verschillende factoren rekening moeten worden gehouden zoals windrichtingen, lengte dat de golven zich kunnen ontwikkelen bij een desbetreffende windrichting, breken van golven op berm en talud e.d. De hoogte wordt uiteindelijk bepaald op de meest ongunstige situatie per dijkvak. Tevens heeft ADO (adviesteam dijkontwerp) van het HWBP (hoogwater beschermingsprogramma) het ontwerp getoetst.

6. Vindt RWS het geloofwaardig en hoe is dat vastgesteld, zoals RWS recent bij de gemeenteraad van Waterland stelde, dat het talud in stortsteen golven afdoende afremt en een bufferrandje van 10 cm genoeg is om die overslaande golven tegen te houden?

Ja. Zie vraag 4 en 5.

7. Waarom is er tot op heden geen juiste of helemaal geen voorstelling van zaken gegeven over hoe de dijk erna aanleg en na onderhoud het aanzicht van Marken eruitziet?

We hebben – via informatiebijeenkomsten en het online bezoekerscentrum – meermaals inzicht gegeven in hoe de dijk er na oplevering uitziet. Het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is na oplevering van de versterkte dijk verantwoordelijk voor deze waterkering van Marken en zorgt dan voor beheer en onderhoud. Er kan dan normaal onderhoud worden uitgevoerd aan de teensloot, de grasbekleding en de buitenberm met steenbestorting. Voor de waterkering gaat het om onderhoud wat nodig is om de waterveiligheid te borgen. Riet heeft geen invloed op de waterveiligheid. Jonge takken aan struiken en bomen zoals wilgen (‘opschot’) kunnen stenen op termijn opzij duwen. Deze worden daarom tijdens het onderhoud weggehaald. Ook wordt de stenen buitenzijde regelmatig geklepeld (gekneusd) waardoor het gras beter en sneller verteert. Het verwijderen van wier en begroeiing tussen het stortsteen zelf wordt niet gedaan. HHNK is nauw betrokken bij het ontwerp van de dijk en heeft aangegeven dat zij de dijk kan onderhouden. De aannemer levert bij de oplevering van de dijk instandhoudingsplannen aan. De beheerder (naar verwachting HHNK) zal hierop zijn beheer en onderhoudsplannen opstellen.

8. Waarom is RWS niet ingegaan op het voorstel van de Eilandraad om alvast een stukje dijk ter illustratie van de geplande uitvoering aan te leggen zodat in de praktijk zichtbaar wordt hoe straks de hele West- en Zuidkade eruitzien?

Aannemer heeft op eigen initiatief bij de aanbesteding aangegeven om de omgeving te laten zien hoe de dijk er uit ziet bij oplevering en zal dit doen ter plaatse van de proefvakken. De proefvakken moeten wel eerst een jaar zetten voordat de afbouw kan worden gerealiseerd. Dit betekent dat we dit volgend jaar gaan uitvoeren.

9. Hoe kan RWS volhouden dat daar waar stortsteen op het talud ligt de dijk net zo goed is te onderhouden als daar waar een zetsteen afwerking aanwezig is?

Begroeiing en riet heeft geen negatief effect voor de waterveiligheid in de berm van stortsteen mits het geen houtopslag wordt. Houtopslag zal niet grootschalig zijn en wordt zo snel mogelijk verwijderd als het nog klein is. Dat zal vanaf waarschijnlijk het water gebeuren. De zetsteen van het talud net onder de kruin van de dijk wordt met regulier materiaal onderhouden vanaf het kruinpad. Al het onderhoud kan met regulier materieel worden uitgevoerd.

10. Waarom wordt er door RWS niet exact uitgelegd hoe dat onderhoud gaat worden uitgevoerd?

Het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is na oplevering van de versterkte dijk verantwoordelijk voor deze waterkering van Marken en zorgt dan voor beheer en onderhoud. Er kan dan normaal onderhoud worden uitgevoerd aan de teensloot, de grasbekleding en de buitenberm met steenbestorting. Voor de waterkering gaat het om onderhoud dat nodig is om de waterveiligheid te borgen. Riet heeft geen invloed op de waterveiligheid. Jonge takken aan struiken en bomen zoals wilgen (‘opschot’) kunnen stenen op termijn opzij duwen. Deze worden daarom tijdens het onderhoud weggehaald. Ook wordt de stenen buitenzijde regelmatig geklepeld (gekneusd) waardoor het gras beter en sneller verteert. Het verwijderen van wier en begroeiing tussen het stortsteen zelf wordt niet gedaan. Concrete afspraken – bijvoorbeeld over wanneer er wordt gemaaid – moeten we nog maken. Dat gebeurt richting de oplevering van de dijk.

11. Hoe kan RWS een dijk met stortsteen en veel begroeiing nog op juiste wijze inspecteren?

De inspectie van de dijk wordt uitgevoerd na de maaironde. Zo hebben we goed zicht op de dijk.

12. Waarom communiceert RWS niet met argumenten waarom de mee-koppelkansen zoals strandjes Haven en Vuurtoren er totaal anders uit komen te zien dan in het Projectplan aangegeven?

Op verschillende momenten hebben we uitgebreid gereageerd op de vragen over deze meekoppelkansen t.o.v. het projectplan. Laatste moment was in juli 2024. Toelichting: de tekening van het strand haven en strand vuurtoren in het PPWW zijn gebaseerd op een dijk die verder buitenwaarts is gelegen. Met een compacte dijk is de situatie bij de stranden ook anders. Daarnaast hebben we ook het mee-koppelkansendocument. Alle mee-koppelkansen waar de gemeente voor heeft betaald zijn verwerkt in de ontwerpen en afgestemd met de gemeente. De mee-koppelkansen waar de voor provincie en HHNK voor hebben betaald zijn ook afgestemd met deze partijen en akkoord bevonden. Eventuele aanpassingen zijn akkoord bevonden door deze partijen. De mee-koppelkansen zijn bij elke informatiemarkt gedeeld met de bewoners van Marken. Tijdens de informatiebijeenkomst op 30 september 2024 hebben we de visualisaties van de definitieve versies laten zien.

13. Begrijpt RWS dat Marken zich grote zorgen maakt over de waterveiligheid en dat Marker inwoners zich in de steek gelaten voelen en teruggaan in de tijd door af en toe een enorme wateroverlast te moeten accepteren?

Wij begrijpen dat Markers, die zo dichtbij en op het water leven, begaan zijn met de waterveiligheid. Wij blijven benadrukken dat de nieuwe dijk waterveilig is voor de komende 50 jaar 

14. Is RWS zich bewust dat uw houding als overheidsinstelling van het begrip Burgerparticipatie op Marken een lachertje heeft gemaakt met alle gevolgen voor toekomstige projecten?

Rijkswaterstaat is zich ervan bewust dat de Werkgroep Dijkversterking heel andere verwachtingen had. De werkgroep heeft als belanghebbende tot en met het Projectplan Waterwet inspraak gehad en Rijkswaterstaat voorzien van wensen en tips. Op het moment dat er een aanbesteding plaatsvindt, is het de wettelijk en juridische taak van Rijkswaterstaat om erop toe te zien dat dit onafhankelijk gebeurt en om te toetsen of de plannen van de aannemer voldoen aan de eisen en randvoorwaarden. Er is gegund op basis van de ‘Beste Prijs Kwaliteit Verhouding’ (BKPV zie antwoord op vraag 2). Het winnende ontwerp is waterveilig en voldoet aan de vastgestelde eisen en randvoorwaarden, maar het is helaas niet het ontwerp waar de Werkgroep zich mee kan en wil verenigen. Dat laatste betreurt Rijkswaterstaat uiteraard. Rijkswaterstaat heeft in vele bijeenkomsten de zorgen van Werkgroep dijkversterking serieus genomen en hen geïnformeerd en uitleg gegeven over de gemaakte keuzes en oplossingen voor hun zorgen binnen het huidige ontwerp.

Autonome bodemdaling Marken
Met betrekking tot de discussie over de hoogte van de dijk in relatie tot o.a. de autonome bodemdaling kunnen we mededelen dat RWS deze gaat meten. RWS heeft drie opties voor locaties bij de GW aangedragen waar de monitoringsapparatuur (2 cornerreflectoren) geplaatst kan worden. In overleg met de GW is de onderstaande locatie gekozen (omkadering).
• Wanneer?
Op dit moment is RWS bezig met het aanvragen van vergunningen. Daarna dient er grond- en laboratoriumonderzoek te worden uitgevoerd voordat de corner-reflectoren geplaatst kunnen worden.
• Voor welke periode?
Zolang mogelijk, RWS wil insteken op 25 jaar en in ieder geval minimaal 10 jaar.
• Uitkomsten? Stel dat de bodemdaling enorm afwijkt van wat in de berekening is meegenomen, wat gaat er dan gewijzigd worden?
Door het te monitoren wordt duidelijk welk deel van de daling van de dijk het gevolg is van autonome bodemdaling en welk deel toegerekend kan worden aan de zetting als gevolg van de ophoging. Dit zijn metingen voor een langere periode, daarom willen we minimaal 10 jaar meten. In de eerstvolgende toetsronde (na 12 jaar) zullen deze gegevens worden meegenomen. Naast het meten van de autonome bodemdaling op Marken worden de gegevens ook gebruikt voor het autonome bodemdaling onderzoek van Deltares.

  • jonggeleerd.png
  • leukhuis.png
  • overstappen.png
  • yoradhere.png