Het openbaar vervoer in de vervoerregio blijft bovengemiddeld hoog scoren. Dat blijkt uit de OV-Klantenbarometer van 2022, het klanttevredenheidsonderzoek in het ov van CROW-KpVV. Net als in veel andere regio’s is de waardering voor het openbaar vervoer in de Vervoerregio vorig jaar iets gedaald ten opzichte van 2021. Toch ligt deze toch boven het landelijk gemiddelde. Dit zien we terug in de scores voor het busvervoer in Amstelland-Meerlanden en Waterland die hoger zijn dan het landelijk gemiddelde voor de streekbus. In de andere vervoerconcessies van de Vervoerregio ligt de score precies op het landelijk gemiddelde.
Voorzitter van de Vervoerregio, Melanie van der Horst: “Ondanks de lichte daling is de uitkomst van de OV-Klantenbarometer meer dan bemoedigend. Het openbaar vervoer is nog steeds uit het Covid-19-dal aan het klimmen. Reizigers zijn nog niet helemaal terug en ook door personeelskrapte zijn dienstregelingen nog niet op het niveau van 2019. Dat reizigers dan toch nog zo’n hoge waardering blijven hebben voor het openbaar vervoer is een grote opsteker voor ons en een pluim aan onze vervoerders die met al het personeel keihard werken om de best bereikbare regio van Nederland te zijn.”
Cijfers per concessie
Het hoogste cijfer van de reizigers kreeg de concessie Amstelland-Meerlanden (Amstelveen, Ouder-Amstel (behalve Duivendrecht), Aalsmeer, Uithoorn en Haarlemmermeer). Daar werd het openbaar vervoer gewaardeerd met een 8,2. Landelijk is dat 7,9. Daarna volgt Waterland (Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Wormerland) met een 8,0. Concessie Zaanstreek (Zaanstad, Oostzaan) lag met een 7,9 precies op het landelijk gemiddelde. In concessie Amsterdam (Amsterdam, Diemen, Duivendrecht) is de meting opgedeeld in bus, tram en metro. Het busvervoer kreeg een 8,0, de tram een 8,0 en de metro een 7,8, gelijk aan het landelijke gemiddelde voor tram en metro.
Verschil in meting
De cijfers van de OV-klantenbarometer zijn de laatste jaren niet helemaal op gelijke manier tot stand gekomen. Werd in 2019 nog gemeten van januari tot en met november, in 2021 was dat door de Covid-19-pandemie alleen en met veel minder respondenten in oktober en november. In 2022 was de meting van april tot en met november. Bovendien waren met name in 2021, maar ook nog in 2022 de gemeten groepen anders van samenstelling dan in de jaren voor Covid-19.
Scores