’Meer sociaal-cultureel werk naar kleinere kernen in Waterland’
Voorstel
- besluit kennis te nemen van de inzet van beschikbaar gestelde begrotingspostsubsidie Sociaal Cultureel werk ten behoeve van continuering van het Sociaal Cultureel werk in de gemeente Waterland middels onderstaande inleiding;
- eenmalig een bedrag van € 61.045,- beschikbaar te stellen voor transitiekosten in verband met het maatschappelijke belang van continuïteit van het sociaal cultureel werk;
- deze bijdrage te dekken uit de eerder beschikbaar gestelde €50.000,- voor de versterking van de dorpshuizen en uit extra structurele huurinkomsten.
Inleiding
Op 26 september 2024 heeft uw Raad de heroriëntatie dorpshuizen en De Bolder geagendeerd naar aanleiding van RID 198-12. In dit RID is een voorkeursscenario met uw Raad gedeeld. Dit voorkeursscenario was tweeledig: aanbesteding van het sociaal cultureel werk en het opzetten van dorpshuisfonds. De belangrijkste motivatie hiervoor was de wens van volwaardig sociaal cultureel werk in alle kernen en een transparante verdeling van middelen die beschikbaar gesteld worden voor de instandhouding van ontmoetingsplekken in de dorpshuizen.
Omdat er vraagtekens waren bij de (financiële) haalbaarheid en wenselijkheid van de aanbesteding van het sociaal cultureel werk is aan uw Raad toegezegd dat er een marktverkenning uitgevoerd zou worden. Parallel daaraan zou worden gewerkt aan afbouw van de subsidierelatie met De Bolder en zou een start gemaakt worden met het opzetten van een dorpshuizenfonds om zodoende een evenredig en transparant beeld van de financiële ondersteuning aan de dorpshuizen te creëren. Voor de versterking van dorpshuizen en vooruitlopend op inrichting van dit fonds is €50.000,- beschikbaar gesteld vanaf 2025.
Op 22 oktober 2024 bent u echter per brief geïnformeerd over het opstappen van het bestuur van Stichting SCC De Bolder per 1 januari 2025. In reactie hierop heeft het college een brief aan het bestuur van de stichting gestuurd waarbij het uitgangspunt was te zorgen voor continuering van het sociaal cultureel werk, de activiteiten, ruimten en faciliteiten vanwege het maatschappelijke belang voor de inwoners van gemeente Waterland. Hierdoor zijn de beoogde processen van het splitsen van het sociaal cultureel werk en gebouw De Bolder in een stroomversnelling gekomen en is de aandacht gericht op de continuïteit van de sociaal culturele voorzieningen. Daarmee is de beoogde marktverkenning naar de achtergrond geschoven, net als de oprichting van een dorpshuizenfonds.
Het bestuur van de stichting De Bolder heeft zich bereid getoond aan te blijven tot 1 april 2025 om zodoende continuering en overdracht van activiteiten en faciliteiten te waarborgen. Sindsdien is er ambtelijk en bestuurlijk volop ingezet op de afbouw van deze subsidierelatie, op het onderzoeken van de toekomstige uitvoering en organisatie van taken per 1 april en op een soepele overdracht van SCC De Bolder naar nieuwe activiteitenuitvoerder WWP en naar de gemeente als eigenaar van het gebouw. Alle inzet is in goede samenwerking gericht op de beoogde continuïteit van het sociaal cultureel werk en openstelling van gebouw De Bolder per 1 april voor huurders en inwoners.
Met de ingezette Koers gaan we meer sociaal culturele activiteiten naar de kernen brengen, in lijn met de wens uit het voorkeursscenario voor volwaardig sociaal cultureel werk in de hele gemeente. Een bijkomend voordeel hiervan is dat de activiteiten vanaf 2026 gerealiseerd kunnen worden binnen het beoogde lagere budget van €240.000,-. De kosten van de sociaal culturele functie van gebouw De Bolder worden separaat gedekt uit de resterende subsidie en zoveel mogelijk losgekoppeld van de uitvoerder van sociaal culturele activiteiten. De kosten voor het beheren van de sociaal culturele gebouwfunctie zijn lager dan in de huidige situatie. Deze toekomstig meevaller kan na de herijking mogelijk direct gevolgen hebben voor de opzet van het Dorpshuizenfonds. Het beschikbare bedrag voor de dorpshuizen in de andere kernen zal iets groter worden. Deze herijking kan in 2025 nader worden uitgewerkt.
Om het sociaal cultureel werk per 1 april 2025 te kunnen continueren en beleggen bij de beoogde subsidierelatie Welzijn Wonen Plus (reeds actief in de kernen) en het in standhouden van ruimten hiervoor in gebouw De Bolder, worden de resterende middelen onder de begrotingspostsubsidie Sociaal Cultureel werk uit de begroting 2025 beschikbaar gesteld. Voor continuering van activiteiten vallend onder het sociaal cultureel werk is dat €175.000,- en voor het faciliteren van ruimtes in gebouw De Bolder voor deze activiteiten €28.000,-.
De keuze voor een subsidierelatie is van belang om de continuering van het sociaal cultureel werk te kunnen waarborgen en monitoren op korte termijn. Voor de sociaal culturele activiteiten gaan wij uit van een overbruggingsperiode van 9 maanden en 2 jaar, ingaande 1 april 2025. Dit stelt Welzijn Wonen Plus in staat om volwaardig sociaal cultureel werk aan te bieden en te ontwikkelen. Het maakt echter wel dat de noodzaak van de marktverkenning verschuift naar een later moment. Het beheren van een multifunctioneel gebouw als De Bolder vraagt om maatwerk, vooralsnog wordt het beheer geregeld voor de tijdelijke overbruggingsperiode.
Argumenten
Hiermee wordt voldaan aan de toezegging aan uw Raad.
Aan de Raad is toegezegd dat zij op de hoogte wordt gehouden van de voortgang en het proces rondom De Bolder en de herijking van de dorpshuizen.
De opgevoerde transitiekosten zijn onvermijdelijk voor het realiseren van deze transitie.
De transitiekosten zijn noodzakelijk voor het afvloeien van medewerkers die nu in dienst zijn van
Stichting SCC De Bolder en het dekken van de eenmalige kosten van de integratie van systemen en bedrijfsvoering, plus de nieuwe inrichting van communicatiekanalen en website naar gebouw (gemeente) en sociaal cultureel werk.
Een tegemoetkoming in de transitiekosten is noodzakelijk ter voorkoming van faillissement.
SCC De Bolder heeft geen middelen om de transitiekosten van het personeel te financieren en mag hiervoor geen subsidiemiddelen inzetten. Ze heeft als huidige werkgever vaststellingsovereenkomsten per 1 april afgesloten, waarin een transitievergoeding volgens de gangbare normen is afgesproken. Hierover is het college geïnformeerd. Deze is toegezegd om meerdere redenen: (a) er zijn geen overnamemogelijkheden voor het personeel. In de overbruggingsfase van 2025 t/m 2027 zal alleen sprake zijn van tijdelijke contracten, zowel bij WelzijnWonenPlus als bij de gemeente en (b) faillissement zou de uitvoering van het sociaal cultureel werk stil leggen en gebruik van het gebouw ernstig belemmeren, waaronder de verhuur aan maatschappelijke organisaties in het Dienstencentrum, losse verhuur, Jongerenwerk en het Sociaal Plein waar inwoners laagdrempelig hulpvragen kunnen stellen.
De voorgestelde dekking uit de extra middelen 2025 voor de versterking van dorpshuizen is in lijn met het coalitieprogramma en de wens van de Raad.
De wens is om te komen tot volwaardig sociaal cultureel werk in alle kernen en een transparante verdeling van middelen die beschikbaar gesteld worden voor de instandhouding van ontmoetingsplekken in de dorpshuizen. De wijze waarop het sociaal cultureel werk vanaf 1 april wordt ingericht anticipeert inhoudelijk, organisatorisch en financieel op dit gewenste beleid.
Kanttekeningen
Stichting De Bolder is zelf verantwoordelijk voor de door haar aangegane verplichtingen, ook wat betreft transitiekosten.
Als de gemeente niet bereid is in deze transitiekosten tegemoet te komen, is de kans groot dat stichting De Bolder failliet gaat. Dit zal grote nadelige gevolgen hebben voor de continuïteit van het gebouw en het sociaal cultureel werk voor de bewoners van Waterland. Een faillissement brengt alle geplande activiteiten, verhuur en andere verplichtingen in gevaar. Deze situatie kan maanden duren en om dit te voorkomen is onze steun bij correcte afbouw van verplichtingen van groot maatschappelijk belang.
Financiële toelichting
Structureel
De kosten van het sociaal cultureel werk (de activiteiten en ruimtegebruik) worden in 2025 gedekt uit de beschikbare subsidie plus een deel van extra structurele huurinkomsten. In de jaren 2026 en 2027 zijn de kosten lager en verwachten we een positief saldo van zo’n € 30.000 per jaar (excl indexering).
Eenmalig
De eenmalige extra kosten voor deze transitie worden in 2025 gemaakt en bedragen € 61.045,-. Voor de dekking van de eenmalige transitiekosten stellen we de Raad voor om een beroep te doen op de post Versterking Dorpshuizen (€50.000,-). Deze middelen zijn beschikbaar gesteld maar de instelling van een Dorpshuizenfonds is nog niet geeffectueerd in 2025.
Daarnaast zijn er extra structurele huurinkomsten ten opzichte van de begroting, een bedrag van € 21.176,-per jaar. Een deel van dit bedrag wordt in 2025 ingezet om dit eenmalig tekort mede te dekken.