Het Marker Volkslied is vandaag honderd jaar geworden. Het werd, volgens overlevering, op vrijdag 4 april 1924 voor de eerste keer gezongen. Het Marker Volkslied komt van de hand van meester Albert Klarenberg (1896-1987).
Op een krantenknipsel uit 1924, van een bezoek van prinses Juliana (1909-2004) en haar vader prins Hendrik (1876-1934), staan de schoolkinderen en de schoolhoofden op het Kerkplein aan de Kerkbuurt en zongen prinses Juliana en haar vader toe met het Wilhelmus en ook (voor de eerste keer) het Marker Volkslied. De beide schoolhoofden waren meester Kerkhoven en meester Albert Klarenberg.
Met dank aan 'onze' historicus Jan Schild.
Het Marker Volkslied
(tekst & muziek: Meester Albert Klarenberg)
1) Klein is het plekje te midden der zee laag zijn de dijkjes en smal is de ree rank zijn de scheepjes, en talrijk het vee waar we beminnen de rust en de vree
(Refrein:) Kleine plek, ons 't liefst op aarde erfdeel der vaad'ren door strijd en gevaar nimmer verliest ge voor ons uwe waarde dat dan de Heere u veilig bewaar
2) Klein zijn de huisjes met heldere kleur fris zijn de landjes in zomerse fleur rein zijn de kamertjes, gastvrij de deur bloemige kleedjes te kust en te keur
3) Zomer, de tijd van de sierlijke tooi weiden vol gras, straks de vletjes vol hooi vroeg uit de veren en laat naar de kooi zo vind ik Marken mijn eilandje mooi
4) Herfst, als de tijd van de stormen begint dreigende wolken, gejaagd door de wind angstig doen vragen als vader mijn kind ginds van de zee toch de haven maar vindt
5) Winter, dan lokt de gezellige haard thuis van de wateren allen gespaard dan dekt het sneeuw de drassige aard dan over 't ijs in een luchtige vaart
6) Lente, nieuw leven, te zee en te land mijmren en dutten en praten aan kant fluks naar de zeilree, de scheepjes bemant los dan de touwen, het roer in de hand
7) Wat er ook tegen is, wat er ook koom staat ge ook rond in de dreigende stroom 'k wil voor u waken, u zien in de droom wat er ook tegen is wat er ook koom